bezig met het beschouwen der keurvorstelijke kunstschat. Zijn lust ontwaakte om zich op de schilderkunst toe te leggen. Rademaker onderwees hem in het mengen der verwen en het gebruik van het penseel, waarna hij begon te copiëren en historische voorstellingen te vervaardigen. Later begaf hij zich naar Dusseldorp tot voortzetting van zijne studiën en is te Amsterdam in 1765 overleden. In hetzelfde jaar werd zijne kunstverzameling verkocht, die zeer rijk in prenten was. Verscheidene dichters vervaardigde lofverzen op zijn Ammon en Thamar, Pigmalion, Campasse enz. Zijn stervende Epaminondas gold f 1500.00 later f 1200.00, op de verkooping van Gildemeester f 715.00. Twee door hem op koper geschilderde stukjes met Spelende kindertjes, golden op zijne verkooping f 850.00. Hij heeft ook naar zijne teekeningen en St. Della Bella, en naar diens trant geëtst. Zijn portret is door Quinoherid geschilderd. In van Gool komt zijn beeldtenis, door Houbraken gegraveerd, voor.
Zie Immerzeel; Kramm; Kobus en de Rivecourt; Verwoert.