en de Archiven te doorzoeken voor een geschiedenis van dat land; bij zijn terugkomst zou hij tot Historiographus Reguis met een aanzienlijke jaarwede benoemd worden. Voor hij evenwel de reis ondernam, overleed hij aan de pokken. Behalve de bovengemelde werken gaf Dionysius nog in het licht:
Conciliator Manassae, Ben Israel. Amst. 1633 in 4o.
Oratioin honerem Nobiliss Juvenis Andreae Chone Jaski Dantisci.
In de Bibl. d. Remonstranti te Amsterdam worden nog bewaard Armeniaca quaedam Dion. Vossii Mss. en in de Bibl. der Hooges. te Leiden, Julius Caesar, Horatius, Gellius, Tacitus, Virgilius met zijne aanteekeningen.
In Sylloge A. Matthaei No. 144 vindt men een brief van J.J. Pontanus van D.V.
Zie Val. Andreas Bibl. Belg.; Foppens, Bibl. Belg. T. I, p. 246; de Crane de Vossior. Juniorumque meritis p. 16, 52 seqq.; Isaac Vossii Praef. voor het werk van Maimonides; Saxe, Onom. T. IV, p. 399; Klefeckerus, Bibl. Erud. pracc.. p. 385; J. Fabricii Hist. Bibl. T. V, p. 339, Wolfii Bibl. Hebr. T. I, p. 780, 841, 811 p. 705; Pars Ind. Bat. p. 96, 272; Dedic. Annal. M. Vossii; Konigii Bibl. vet. en nov.; Crenii Animadvers Phil. Part. VIII, p. 45; p. XV, p. 39, Barlaei Epist, T. I, p. 486; Canaei Ep. p. 205; Grotii Ep. 234, 333; Salmasii L. I, Ep. 41; Ep ad Vossium P. II, p. 182, 183; Barlaei Poem. p. 182; Vossii Ep. 211, 213, 214, 215; Vondel (Uitg. v. Lennep) D. III, bl. 176; Gedicht, bl. 25, 26, Baur, HWb.; Jöcher; Chaufepiè Nouv. Dict.; Niceron, Mém. T. XIII, p. 125; Balen Beschrijv. v. Dordr. bl. 253; Kok; Nieuwenhuis; Verwoert; Kobus en de Rivecourt;
De Wind, Bibl. v. Gesch. bl 288; Hoeufft, Parn. Lat. Belg. p. 163.