[Jhr. Johan van Woerden van Vliet]
VLIET (Jhr. Johan van Woerden van), heer van Heilo en Hoencoop, zoon van Huybert van Woerden van Vliet en Anna van Nyevelt, was in 1572 burgemeester van Haarlem. Hij toonde veel ijver voor de goede zaak en liet zich tot gewigtige zendingen gebruiken. Zoo werd hij in gemeld jaar met Reinier Cant naar Noord-Holland gezonden, om, nevens Sonoy, het beleid van den oorlog in die oorden te hebben. Gewigtige diensten bewees hij in het beleg van Haarlem en verfoeide de weêrwraak aan de Roomschen door de belegerden bedreven. Na het overgaan aan de Spanjaarden, werd hij met andere regenten gevangen genomen en na lang zitten, op zijn woord uit den kerker ontslagen, wist hij vermomd in molenaarsgewaad, met hulp van Albrecht Claeszoon, uit de stad te geraken.
Later kwam hij wederom in de regeering te Haarlem en werd in 1575 lid van den landraad, die aan den prins werd toegevoegd en vervolgens baljuw van Voorne en gouverneur van den Briel.
Tot 1589 vinden wij hem ook als ridder beschreven ter dagvaart van Holland. Zijn sterfjaar is onbekend. Tweemaal was hij gehuwd. I. met Alyd van Duvenvoorde, dochter van Jacob van Duvenvoorde en Geertruid van Lier, dochter van Nicolaas van Lier, heer van Obdam en van Berchem, marktgraaf van Antwerpen. II. met Maria van Duvenvoorde. Hij liet eene erfdochter na, gehuwd aan Jan van Doorninck.
Zie van Leeuwen Bat. ill., p. 1137; van Meteren, B. IV. f. 78, vs.; Bor, B. VI. bl. 316 enz., (431 enz.), 420 enz., (446 enz.), 330 (449); Hooft, B. VII. bl. 292 en 301, 308, 314, 316; Wagenaar, V.H., D. VI. bl. 395, 412, 433, D. VII. bl. 23; Scheltema, Histh. Nederl.; Verwoert, Kobus en de Rivecourt.