Biographisch woordenboek der Nederlanden. Deel 19
(1876)–A.J. van der Aa– Auteursrechtvrij
[pagina 271]
| |
te Middelburg gevestigd). Vervolgens bezocht hij vreemde landen en o.a. Frankrijk en Engeland. Te Parijs woonde hij bij den geneesheer Geoffroi te Bruneau en te Londen raakte hij bekend met den heelmeester P. Chamberlant. Bij zijne terugkomst te Leiden had hij een zonderlinge ontmoeting in de Pieters Kerk. Een jongman maakte hem aldaar met vreemde en zeldzame dingen over het geloof bekend; maar uit vrees, dat van de Vivere over 't geen hij gezegd had zou geërgerd zijn en hem aanklagen, schreef deze aan het Hof van Holland, en betichtte hem van hoog verraad; maar toen de aanklager voor de Overheid te Leiden verscheen om reden van zijn beschuldiging te geven, zag men waar het hem haperde, hij was krankzinnig geworden. Hij huwde in 1602 Juffrouw Adriani en vertoefde meestal te Amsterdam. Hij gaf in het licht: De uitspraccke van Anna Uit den Hove (Utenhove) die te Brussel om de zuivere leere moorddadich is gedolven geweest aen de Heeren Staten van dese Vereenichde Nederlanden, waerin ghehandelt wordet van den Spaenschen vrede. Mitsgaders den lof van Godes vrede beschreven door Jac. Vivarium. Leyden, bij Christ. Gugot 1598. Verhael van Godes goedigheit en barmhartigheit, in dicht beschreven. De slag bij Nieuwpoort in 1600 door Prins Maurits op de Spanjaarden gewonnen, gaf daartoe aanleiding. Spiegel van de Spaensche tyrannie ende vieringe over het veroveren van de stede Rijnberch. Amsterd. 1621 4o. Handboeck of cort Begryp der caerten ende beschrijvingen van alle landen des werelds. Van nieuws overzien ende vermeerdert. T Amsterredam, by Cornelis Claesz. op 't water in 't schrijfboeck. 1609 langvormig 12o. Lusthof van de Christene ziele. Leyden 1609 in 4o. Het reys-gheldt van de eerste of laetste reyse: seer volleeringhe en de vertroostinghe: Voor sichselven ende de zijne uit de allerbeste oude en de nieuwe uitleggers der Heilige schrift als oock uit de schatten der Heylige Martelaren ende getuygen onses Heeren vergadert ende wech geleydt van den seer godsaligen ende welgeleerden Nathan Chytraeus in zyn leven rector der Schole van Bremen ende nu uyt de latynsche in de Nederlandsche sprake vertaelt van J.V. Medecyn. Tot Amsterdam, by Michiel Colijn, boeckverkooper op 't water, in 't Huisboeck. Anno 1610 in 4o. Wintersche avonden of Nederlandsche vertellingen door Philologus philatros à Gande. Amsterd. 1610 kl. 8o. Amsterd. 1617, Rotterd. 69 J. van Waesberghe 1636, Utrecht 1650, Amsterd. 1665. Eerst uit verscheide Tijdboeken door Jacobus Viverius, onder den naam van Philo- | |
[pagina 272]
| |
logus Philatros à Ganda vergadert ende beschreven en nu in al zijn deelen verbeterd en vermeerderd. Met een bijvoeginge van 't Geluk en ongeluk des Houweliks van Jan Zoet, die er dit gedicht bijvoegde. De handt Godes; of een Christelick verhael van de Peste of Gaeve Godes. In dicht beschreven. Delf, J. Andriesz. 1624 4o. Tien christelijke gesangen tot lof van onsen Heere en salichmaker Jesus Christus, ende tot verstooringegen der bebedrukte kerke in druk gegeven door Jacobus Viverrius mede zijn te Amstelredam. Deze lofzangen werden ook uitgegeven in het Lof des Heeren. Amsterd. 1634. Alphonsus d'Este, tooneelspel. Viverins maakt hiervan melding in Wintersche Avonden, bl. 119 doch het is onzeker of het immer gedrukt is. Grafdicht op E. van Meteren en een Latijn op Jodocus Hondius.
Zie Blommaers, de Nederl. Schrijvers te Gent, bl. 163 volgg. v.d. Aa. N.B.A.C. Wb. P. de la Rue. Gel. Zeel. bl. 318 Kramm, Navorscher. D, I bl. 318 Cat. der Maats. v. Ned. Letterk.; Schotel, Volksboeken. |
|