noch andere ghenoeghelijcke boerten, in 1612 bij Jan Paeds Jacobszoon te Leijden in lang 4o. met de oude Hollandsche schrijfletter of loopend schrift, zonder zijn naam en buiten zijn weten. Beter is de uitgaaf met den titel van Brabbelingh, in 1614, bij Willem Janszoon op het Water in de Zonnewijzer kl. 8o. met een Duitsche letter en twee aardige prentjes. De derde druk verscheen ook te Amsterdam in 1669 bij Johannes van Ravensteijn met gelijken titel, doch zonder prenten.
Men vindt proeve zijner poezy in de meeste Anthologien o.a. in de Epigram. Anthol. bl. 6. Ook was hij medeschrijver van Twee-spraeck van de Nederduytsche Letterkunde. Amst. 1584, 1614.
Zie J. Scheltema, Anna en Maria Tesschelschade, de dochters van R. Visscher; Koning, Gesch. v.h. slot te Muiden; J. Wagenaar. Beschr. v. Amsterd. fol. III, bl. 204; Kok, Vad. Woordenb. D. XXIX bl. 264; J. de Vries, Gesch. d. Ned. Dichtk. D. I, bl. 17; Siegenbeek, Gesch. d. Ned. Letterk.; Van Kampen, Bekn. Geschied. in D. I, bl. 119; Witsen Geijsbeek, B.A.C. Wb. Dl. VI, bl. 5; Meerman, Aanteekk. op het Parallelon van Grotius D. III, bl. 384 Almanak voor Blijgeestigen 1831, bl. 49-65; Navorscher, D. IV, bl. 847; Huzinga Bakkers. Verh. over den trant der Ned, Poezy in D. V. der Werken der Maats. v. Ned. Letterk; Matthaei. Anal. T I. p. 171; Hubert, Chron. Lijst, bl. Callot d'Escury, Holl. roem. Jonckbloet, Nederl. Letterk. bl. 517; IJpey, Gesch. d. Ned. Tale, Muller, Cat. v. portr.; Vondels Werken; (Uitg. v. v. Lennep, D. bl. Vondels Leven; bl. 17-22. H.L. Spiegel's Leven voor den Hertsspiegel, 1723; Dousa, Voorr. voor de 1ste Uitg. van M. Stoke; Brandt, Dagwijzer der Geschied.; Winterse Avonden of Ned. Vertell.
1615, bl, 220; v. Doorninck. Anon. en Pseud. No. 732, 2803, 4506, 5779; Muller, Cat. v. portr.; Hoogstraten; Kok, Nieuwenhuis; Verwoert; Kobus en de Rivecourt.