[Jacob Vilt]
VILT (Jacob), goudsmid te Brugge, begon in 1462 en voleindigde in 1466 eene vertaling van Boëthius, deels uit het Latijn, deels uit het Waalsch, van Jan van Meurs, Het hands. er van bezat weleer B. Huydecoper, later de Amsterdamsche geneesheer, H.G. Oosterdijk. Het is gedeeltelijk op perkament en papier in den 17den Junij 1470 voleindigd door zekeren A. Drabbel.
Zie Bibl. Huydecop. p. 119, No. 90; F.v. Lelijveld, Aanteek. op Huydecopers Proeve van Taal- en Dichtk. D. I, bl. 23; De Vries, Gesch. d. Ned. Dichtk. D. I, bl. 22; Willems, Verh. over de Ned. taal en Letterk. D. I, bl. 201; Witsen Geijsbeek, B.A.C. Wb. D. V., bl. 2.