Biographisch woordenboek der Nederlanden. Deel 19
(1876)–A.J. van der Aa– Auteursrechtvrij
[pagina 214]
| |
te Utrecht. De vroedschap dier stad stond hem in 1651 toe: ‘de plaet in de secretarye (aldaar) berustende, bij sijn grootvader gesneden, van de stad Utrecht, sooveel caerten als hem goeddacht, te mogen drucken.’
Zie Tijdschrift voor Geschiedk. Oudhed. enz. van Utrecht, 1842; Kramm. |
|