[Verveer]
VERVEER ( ), Generaal-majoor en ridder der beide Nederl. orden. In 1838 werd hij naar de Kust van Guinea gezonden, om den opstand van een der Negervolken tegen het Nederlandsch gezag te dempen, welk doel hij volkomen bereikte, door de beteugeling der Hantasche bevolking, wier opperhoofd Bonsoe in zijne magt geraakte, en het tegen hem uitgesproken doodvonnis onderging, ter plaatse, waar in 1817 de Ambtenaar Cremer en de Luitenant Maassen verraderlijk door hem waren vermoord. Hij bewees een gewigtige dienst aan zijn Vaderland door het aanknoopen van betrekkingen met den koning der Ashantijnen. Hij overleed den 22 Augustus 1838.
Zie Verwoert.