[Klaas Tigler]
TIGLER (Klaas), doopsgezind leeraar te Leeuwarden, overl. 30 Julij 1811, belastte bij testament zijne erven om uit zijne aanzienlijke nalatenschap jaarlijks f 1400 uit te keeren tot ondersteuning van twee jongelieden ter voortzetting hunner studiën, waaraan sedert 1846, onder bestuur van den kerkeraad der doopsgezinde gemeente aldaar, wordt voldaan. Zelfs zijn de fondsen van dit Klaas Tigler-leen zoodanig toegenomen, dat daaruit thans reeds drie of vier jongelieden tot de studie worden opgeleid, welke plaatsen worden begeven door de erfgenamen des erflaters als Collatoren, onder toezigt van Burgemeester en Wethouders als Provisoren.
Part. berigt