gaf in 1660 een steekschrift, getiteld de Mot in 't vossevel, tegen hem in het licht.
Hij schreef:
Vredepredicatie, uytgegeven voor de vrije Nederlanders. Amst. 1648. 12o.
Grondigh Bewijs dat het den Christelicke Magistraet ongeoorlooft is in plaetsen, daerover zij te gebieden hebben, de Paepsche superstitien ende of goderijen toe te laten enz Ald. 12o.
Christelicke onderwijsinge in de leerstukken des Geloofs tot beright van die haer ten H. Avondtmael willen begeven. Middelb. 1652 en met een bijgevoegde voorrede ter aanprijzing van dit werkje. Midd. 1664. 8o.
Vrijmoedige Aenspraeck aan sijn Hoogheyt, de Heere Prince van Oraengien etc., gestelt tot Waerschouwingh en noodige opmerkingh in den verwarden en kommerlijcken standt van ons lieve Vaderlandt. Middelb. 1650. Amst. 1672. 4o. Van dit boekje zijn 5 uitgaven.
Onderrichtinge van Mr. M. Teelinck, aengaende de vrijmoedige aenspraken enz. 1650.
Grondighe verklaring over de Thien geboden ende het Gebed des Heeren. Middelb. 1639. 4o.
Het laatste deel van zijns vaders Huisboek over den Catechismus.
Voorts gaf hij verschillende werken van zijn vader uit, waaronder de opdragt van W. Teellincks Politycken christen aen Willem Prince van Oraengien, het meeste gerucht heeft gemaakt.
Hij huwde Susanna Bagaart.
Zijne afbeelding is door J. Suyderhoef in plaat gebragt met dit onderschrift:
Dus was Teelincks sedich wesen,
Wiens geswint en vlugh verstant
Boeck op boeck seer nut om lesen
Plaght te geven van sijn handt,
Rijck in deughden, trou in leeren,
Vol van ijver, groot van raedt,
Onvermoeydt in 't werck des Heeren
Kloeck in 't stuiten van het quaedt.
Zie de la Rue, Gel. Zeel., bl. 171; Vrolijkhert, Vliss. Kerkh., bl. 327; Vondel, Poëzij, D. II, bl. 223; Patamedes, Hekeld., bl. 72 (8o); J. Vos, de Mot in 't vossenvel, bl. 72; Glasius, Godgel. Nederl.; Kist en Royaards, Archief; Verwoert; Kobus en de Rivecourt; Muller, Cat. v. portr.; Rogge, Pamfl., bl. 160; Paquot, Mém., T. I, p. 509.