Biographisch woordenboek der Nederlanden. Deel 18
(1874)–A.J. van der Aa– Auteursrechtvrij[Mr. Reinier Willem Tadama]TADAMA (Mr. Reinier Willem), zoon van Reinier WillemGa naar voetnoot1) en van Christina Elizabeth van Lochem, werd den 20sten November 1810 te Amsterdam geboren. Zijn vader, keizerlijke procureur crimineel voor het Departement der Zuiderzee, overleed reeds den 20sten Maart 1812, waarna zijne moeder zich te Zutphen neêrzette. Na zijne voorbereidende studiën aan de latijnsche school, onder den rector Lenting, voleindigd te hebben, zette hij die te Deventer (1827-1830) en vervolgens te Leiden voort, en werd aldaar den 20sten Junij 1833, na de verdediging zijne historisch-juridische dissertatie De origine systematis Repraesentativi tot doctor in de beide regten bevorderd. Hij vestigde zich als advokaat te Zutphen, welke betrekking hij met die van procureur aan de Arrondissements-Regtbank aldaar in 1839 verbond, na reeds in 1837 tot commies-griffier aan het vredegeregt te zijn aangesteld. Den 3den October 1840 werd hij tot lid van den stedelijken raad benoemd, na eenigen tijd vroeger in het kiezers-collegie zitting te hebben genomen. In 1840 werd hij plaatsvervangend- en in 't volgende jaar kantonregter te Zutphen en in | |
[pagina 4]
| |
1853 tot lid der Provinciale staten van Gelderland benoemd. Ook was hij lid der plaatselijke schoolcommissie, curator der latijnsche school, regent van het oude en nieuwe gasthuis, regent der gevangenissen en lid en later voorzitter van den militieraad. Hij huwde den 21sten Junij 1838 Wilhelmina Elizabeth Mechteld van Doorninck, die hem 9 kinderen schonk. Tadama was een voortreffelijk regtsgeleerd en geschiedkundige, waarvan hij vele proeven heeft gegeven, één zijner verhandelingen werd met goud bekroond. Het Provinciaal Utrechtsch genootschap, de Maatschappij van Nederl. letterkunde, het Friesch genootschap, en het Historisch te Utrecht benoemden hem tot lid. Hij overleed den 22sten Mei 1860. Hij gaf in het licht: Tijdrekenkundig Register van alle oorkonden in het stedelijk Archief te Zutphen berustende. Zutphen 1854. Geschiedenis der stad Zutphen, van de vroegste tijden tot 1795. M. pln. en kaarten. Arnhem en Zutphen. 1856. 8o. Verslag over het grafelijk Bergsche Archief te 's Heerenberg in Nijhoff's Bijdr. V. 1. Bijdrage tot de kennis van den ouden loop van den IJssel tusschen Westervoort en Deventer, in Ov. Alm. 1852, bl. 1. Willem, Graaf van den Berg en zijne tijdgenooten, eene bijdrage tot de geschiedenis van den tachtigjarigen oorlog uit oorspronkelijke en grootendeels onbekende stukken zamengesteld. Zutphen 1846. De waarheid aangaande Ludolf van den Berg, eene bijdrage tot de geschiedenis van zijn geslacht en van zijnen tijd. Arnhem 1847. Antwoord aan den Heer van Hoëvell Nyenhuis over de wettige of onwettige geboorte der Heeren van Breda uit Ludolf van den Berg, in Nijhoff's Bijdr. D. VI. Het proces van Willem, Graaf van den Berg, Stadhouder van Gelderland. Ald. D. IX. Onuitgegeven brief van Willem I aan de stad Tiel. Ald. D. IV. Het markenregt van Zelvolde van den jare 1421. Ald. D. VIII. Brief van Johan de Witt aan Hieronymus van Beverninck. Ald. N. Reeks. Dl. I. De Maan- en Klaagbrief van Bernhard vau Meurs tegen Karel van Egmond, Hertog van Gelre. Ald. D. IV. Het oordeel van een tijdgenoot (Alphert van Till, kerkmeester der Groote- of St. Walburgkerk te Zutphen) over Hertog Karel van Egmond. Ald. D. VIII. Rekening van een monnik uit de eerste helft der 16de eeuw in Kronijk v.h. Hist. genoots. 10de Jaarg. 1854. Memorie opgestelt door den Raad extraordinair van Nederlands India en afgaande Gouverneur en Directeur van | |
[pagina 5]
| |
Java's Noord-Oost cust, Willem Hendrik van Ossenberch, om te strekken tot narigt van zijnen successeur den Heer Johannes Vos, aankomende Gouverneur en Directeur van Java's Noord Oost cust. in Berigt v.h. Hist. Gen., D. V, St. 2. 1856. Geschiedenis van het Veemgerigt en van het latere Duitsche Rijkskamergerigt in hunne betrekking tot Nederland, door de Maats. v. Ned. Letterk. te Leiden, met goud bekroond, in hare Werken. D. X. Zie Dr. H.J. Matthes, Levensb. v. Tadama, in Handel. d. Maats. v. Nederl. Letterk., 1860; Ramaer, in Zutph. Cour., 26 Mei 1860. Mr. Bodel Nyenhuis, Topogr. lijst, No. 884, 846, 873, 2862. |
|