[Petrus Surendonck]
SURENDONCK (Petrus), zijn zoon, rector te Goes, voorts conrector te 's Hage (1670), volgde in 1674 Schalcken als rector te Dordrecht op. In 1681 vertrok hij naar Utrecht en in 1685 naar 's Hage om zijne dagen aldaar in otio literario te eindigen, doch op dringend verzoek der regeering van Middelburg nam hij het bestuur der Latijnsche school aldaar op zich. Van daar vertrok hij naar Amsterdam. De beroemde Jacobus Fruytier en Franciscus Burmannus waren zijne leerlingen. Hij was een der geleerdste mannen van zijn tijd en beoefende de Latijnsche poëzy in den smaak van Caspar Staphorst, den dichter van een Carmen Epinicium ac protrepticum de bello Britannico en van Franciscus Plante, door zijn Mauritius bekend. Zijn kunsttbroeder David van Hoogstraten noemde hem ‘de eer der letterhelden’. Terwijl hij te Dordrecht was, was daar Elias Surendonck, na eerst conrector te Goes, vervolgens predikant te Kalishoek (1668), Nisse, Oud-Beyerland (1678) geweest te zijn, sedert 1679 leeraar bij de hervormden. Hij overleed in 1681. Er bestaat van P.S. een groot portret, naar D. van der Plaats door J. van Munnikhuizen gegraveerd, als rector der Lat. schole te Amst. act. 52 fonct. 33 in gr. fol. met 8 reg. van van Vollenhove.
Zie Schotel, Ill. School, bl. 90; Kerk. Dordr., D. II. bl. 9; Twee Zeeuwsche rectoren in Zeeuwsche volksalmanak 1806; Ekker, Hier. school te Utrecht, bl. 18; Vrolijkhert, Vliss. Kerkhemel, bl. 356; Reitzii Or. de Schola Hieronym., p. 28; Levens van gel. mannen en vrouwen, no. 6 bl. 91; Gelett. Zeeland, bl. 58; Kok, V.W., D. VIII; Hoogstraten, Gedicht., bl. 110; Cat. J. Koning, D. I. bl. 93; Soerman, K.R.