[Jacob van Strij]
STRIJ (Jacob van), broeder van Abraham van Strij, den Oude, den 2 October 1756 te Dordrecht geboren. Na zich voorloopig in het teekenen geoefend te hebben, begaf hij zich naar Antwerpen, waar hij op de teeken-akademie naar het model werkte en tevens onderwijs ontving van den historieschilder Andreas Cornelis Lons, Hij vormde zich echter voornamelijk door de getrouwe waarneming der natuur en het bestuderen der groote modellen van vroegere dagen. Hij bewonderde vooral Albert Cuyp en volgde dan ook doorgaans diens schildertrant en warm koloriet in zijne landschappen. Zelfs had hij zich de manier van dien meester zóó eigen gemaakt dat zijne kopijen bezwaarlijk uit de oorspronkelijken te onderkennen zijn. Zijn teekeningen met sapverw en met roet trekken op Cuyp, enkele ook op Hobbema. In weerwil dat hij vele jaren aan de kalkjicht in zijne handen leed, braveerde hij zijne smart en bleef onvermoeid werkzaam. Ook heeft hij de etsnaald behandeld. Hij overleed den 4 Februarij 1815, eene weduwe, M.C. van Rijndorp, en vier kinderen nalatende. Zijn portret is door Wonder gegraveerd. Zijne nagelaten kunst-nalatenschap werd in 1816 verkocht. De dichter P. van Braam vervaardigde een dichtstukje op zijn portret