[Koenraad Stolk]
STOLK (Koenraad) godgeleerde, blijkens zijn Noodige en nuttige schets der Gereformeerde Geloofsbelijdenisse. Rott. 8o. Ook beoefende hij de poëzy.
Zie Heringa, Naaml. d. dichters; Arrenberg, bl. 495; Boddaert, Mengeld. (Middelb. 1761) bl. 98.