droeg de aartshertog hem het beleg van Ostende op, dat reeds twee jaren geduurd had, bijkans zonder eenig gevolg. Eerst wilde de voorzigtige veldheer de plaats beschouwen, en na alles wel overwogen te hebben, nam hij, hoezeer nog door geen krijgsverrigten vermaard, en zelf nog een nieuweling in den oorlog, dit groote werk op zich. Dit was zijn proefstuk, en in hetzelve evenaarde hij bijkans den roem van Parma, den bedwinger van Antwerpen, wien hij ook daarin navolgde, dat hij de toevoer naar de stad door eenen grooten dijk zocht te belemmeren. Niet alleen als krijgsman, maar ook als bestuurder der verwarde geldmiddelen, deed hij, door zijnen rijkdom, krediet en geest von orde in dit beleg aan de aartshertogen de gewigtigste diensten. Zoo stuitte hij de muitzucht, door hare bron, het geldgebrek, te stoppen, en wist zelfs den nijd te doen zwijgen. Na verloop van ruim een jaar, bragt hij deze groote onderneming tot stand en besloot daarop tot het stoute waagstuk, den oorlog in de Vereenigde Gewesten over te brengen, en daardoor aan het zoo zwaar geteisterde Belgie eenige verademing te verschaffen. Hij was in Spanje geweest, en had gezegd, dat men den oorlog niet slepende moest voeren, dat alleen ten behoeve der opstandelingen zou dienen, maar met twee legers, het één om den eigen grond te behoeden, het andere om de oostelijke gewesten ten noorden der rivieren, te bemagtigen. Zijn invloed, zijn naam, zijn reeds gevestigde aanzien overwonnen de Spaansche traagheid. Men weet uit de geschiedenis, welk een schitterend gevolg deze onderneming had, hoe Oldenzaal, Lingen, Lochem, Grol en Rijnbeek in zijne handen vielen, hoe Maurits zelf, de eerste veldheer van zijn tijd, voor dezen in moed, voortvarenheid en beleid schier weêrgaloozen Italiaan, tweemaal moest wijken, eens bij de Roer, en eens bij Grol, het beleg van welke vesting, Spinola hem deed opbreken. Gedurende het bestand bekleedde hij, na de
aartshertogen, den hoogsten rang in de Spaansche Nederlanden, en genoot als staatsraad, vliesridder, opperbetaalmeester, opperveldheer en grande van Spanje het eerste aanzien. Omtrent de uitgewekene remonstranten gedroeg hij zich minzaam, op hoop van hen af te trekken van hun vaderland, en, onder belofte van vrijen godsdienst, aan de aartshertogen te verbinden. Doch deze ballingen versmaadden zijn aanzoek. De rustelooze werkzaamheid van Spinola vond ook, gedurende de wapenrust met Nederland, voedsel in de onlusten wegens de erfopvolging in het Kleefsche, en in den aanval op den Paltz, waarvan de keurvorst onvoorzigtig de Boheemsche koningskroon had aanvaard. In den eerstgemelden nam hij Aken, Duren, Orsoi en Wesel; in den tweeden viel bijna de geheele Paltz hem in handen. Na het einde van 't bestand stiet hij, gelijk Parma, het hoofd voor Bergen op Zoom, doch het sterke Breda deed hij, in weerwil der pogin-