[Gerrit van Spaan]
SPAAN (Gerrit van), den 12 Febr. 1651 te Rotterdam geboren en aldaar den 28 Augustus 1711 gestorven. Volgens Rabus was hij van beroep bakker, doch, voegde hij er bij, ‘die wat meer wist als de baas hem aan den trog geleerd had.’ Hij beoefende de geschiedenis zijner geboortestad en de Nederduitsche poëzij. Zoo gaf hij eene Beschrijving van Rotterdam en eenige omliggende dorpen; met authent. stukken. Rott. 1698. 8o. Herdrukt aldaar 1713 en 1738. De 3de dr. vermeerd. m. plattegr. v. 1488. 8o.
Het nieuw Oost-Indisch huis, gebouwt iu de Boomtjes tot Rott. Rott., 1698. 4o, herdrukt 1711 (in dicht).
Opkomst der Oostindische compagnie, met de voornaamste landt en zeegevegteu; (trsp.) verhandelt en vertoondt in Batavia voor den generaal en raaden van Indien. 2de dr. verm. en verb. enz. Rott. 1711. Voor den auth. kl. 8o. (in dicht.)
Asiatische wegwijser. Rott. 1694. 8o.
Gelukzoeker over zee of Afrikasche wegwijzer. Rott. 1691. Rott. 1694. 8o.
Schermschool der stuurlieden of het leven van Louwtje van Zevenhuisen. Rott. 1700. 2de dr. 8o.
Gedenkwaardige geschiedenissen. Rott. 1701. 8o.
Gedichten op het Jubilé van 1748 en de algemeene vrede. Rott. 1748. 4o.
Wekelijksche markdaagsche Rotterdamsche Boere-kermis, verhalende losse gerugten, loopende tijdingen en ware geschiedenissen. Rott. 1703-1704. 4o.
Zie Witsen Geysbeek, B.A.C. Woordenb., D. V. bl. 314; mr. Bodel Nyenhuis, Topogr. lijst, no. 1174, 1219; Cat. Muller, 1859, no. 2516; Cat. d. Maats. v. Ned. Letterk., D. Ib. bl. 196. D. II. bl. 126. D. III. bl. 80; Abcoude, 2de Aanh., bl. 141; Arrenberg, bl. 482; Muller, Cat. v. portr.; Verwoert; Rabus, Boekz. v. Europa, 1694b. bl. 386; Kobus en de Riveconrt; v. Doorninck, Anon. en Pseud., No. 756.