vaarde dezen post met eene redevoering: Over de verpligtingen der verloskundigen in het bestuur der hartstogten bij de geboorte van den mensch. Intusschen werd zijne verhandeling Over het werktuigelijke der verlossing, herleid tot een grondbeginsel, door het Heelkundig Genootschap te Amsterdam den druk waardig gekeurd en uitgegeven. Ruim dertig jaren later (1826) bekroonde het zijne verhandeling Over de onregelmatige Weeën bij de vrouwen, welker bekken misvormd is (in zijne werken opgenomen) met zilver. In hetzelfde jaar werd hij tot hoogleeraar in de geneeskunde te Leuven aangesteld, en was daar ook werkzaam als voorzitter van de Provinciale Commissie van geneeskundig onderzoek en toevoorzigt in Zuid-Brabant. Hij overleed den 5 van Hooimaand 1830 te Doornik. Zijne verdiensten werden erkend door de benoeming tot lid van het Heelknndig genootschap te Amsterdam, van de Hollandsche Maatschappij der Wetenschappen te Haarlem, van het Utrechts Genootschap, directeur van het Zeeuwsch Genootschap en eindelijk tot Ridder van den Nederlandschen Leeuw.
Hij schreef:
Diss. de stupenda inprimis cranii carie feliciter curata. Traj. ad Rhen. 1780. 4o.
Oratio inaugaralis de praestantia recentiorum in arte obstetricia progressuum. Additae sunt annotationes aliquot, quibus elementa recentiorum demonstrantur. Mediob. 1794. 4o.
Berigt van een steatoma, wegende tien ponden Middelburgs gewicht in Verh. v.h. Zeeuwsch Genoots. d. Wetens. 1790. D. XIV. bl. 443.
Verhandeling over eene beruchte proefneming van den geneesheer W. Noordwijk. (Over het verband van het foetus met de moeder.) Ald. 1782. D. IX. St. 2. bl. 392.
Inwijdings-redevoering, over de verpligtingen der verloskundigen, in het bestuur der hartstogten bij de geboorte van den mensch Middelb. 1802. 8o.
Het werktuigelijke der verlossing verklaard, betoogt en herleid tot één algemeen grondbeginsel. Leyden, 1799. 8. In het Hgd. met aanmerk. van G. Salomon. Haarl. 1801. 8o.
Vroedkundige waarneming betreffende eene vooroverhelling der baarmoeder. In de aangeh. Verh. 1784. D. X. bl. 575.
Verhandeling over het onregelmatige der weeën bij kraamenden en nieuwe bekkens, in Nieuwe Prijsrerh. v.h. Genoots. ter bevorder. d. Heelk. te Amsterd. 1825. D. VII. bl. 139.
Redev. ter nagedachtenis van P. de Wind (overl. 1771) Middelb. en Leyden, 1798. 8o.
De facultate sentiendi et cognoscendi celeri et ex tempore factitanda medicis. Lovan. 1824.
De Batavier (Dichtstuk) openlijk in de gehoorzaal van Middelb. illustre school opgezongen. Middelb. 1776. 8o.