[Theodoor van Snakenburg]
SNAKENBURG (Theodoor van), neef van den vorige, advokaat te Leiden, beoefende ook de Nederlandsche poëzij. Hij gaf met Jacob Elias Michielsz, onder de letters A.L.F. en A.P.S., in 1731 te Leiden in het licht:
Proeven van dichtoeffening, bestaande in Herderszangen, Brieven, Klink- en Mengeldichten. Hij was A.L.F.
De meeste verzen in De Hollandsche Spectator van Justus van Effen. Amst. 1731-35. 12 dn. 8o. zijn ook van hem.
Zie v. Doorninck, Anon. en Pseud., N. 3719, 4151; Witsen Geysbeek, D. V. bl. 308; Cat. d. Maats. v. Ned. Letterk., D. I. bl. 254; Verwoert; Kobus en de Rivecourt.