[Johannes Franciscus van Slingelandt of Slingelantius]
SLINGELANDT of SLINGELANTIUS (Johannes Franciscus van), secretaris over de latijnsche briefwisseling bij den Cardinaal Bagni, kanunnik van Douay, secretaris van den hoogen raad te Mechelen, was een niet onbevallig Lat. dichter, gelijk blijkt uit zijn Carmen in Epistolas de vitae termino ad clar. virum Joh. Beverovicium, Senatorem et Archiatrum Dordrac. Gab. Naudaeus schreef: (de Vitae termino P. III. p 1), aan Beverwyck:
‘Slingelandus totus ad humanitatis rationem compositus paeneque τϵτράγωνος et musices studiosorum hominum interse conciliator.’
Hij was in briefwisseling met de beroemdste letterkundigen van zijn tijd, o.a. met Vincentius Fabricius en Gabriel Naudaeus, die hem zijne dissert. de J. Bapt. Doni de utraque poenula, Par. 1644, opdroeg. Allatius wijdde hem zijne dissert. de erroribus magn. viror. in dicendo Romae, 1635.
Zie Beverovicius, Epist. Quaest. de Vitae termino, p. 1; V. Fabricii Oration. Dissert. Epist. et Poëm., (Francof. en Lips. 1685); G. Naudaei, Epp. 69, 516. p. 374; Naudaeana, (Amst. 1703) p. 19, 169; G.D.J. Schotel, Comment. de merit. gentis Blyenb. p. 101. Beverwyck, Uitnem. d. Vrouwel. geslachts. D. III. bl. 121.