Biographisch woordenboek der Nederlanden. Deel 17. Tweede stuk
(1874)–A.J. van der Aa– Auteursrechtvrij[C. Singendonck]SINGENDONCK (C.). Het aanhouden van een keizerlijken adjudant te 's Hage door het provisioneel gouvernement, gaf aanleiding dat de generaal Molitor daarvoor represaille binnen Utrecht nam; hij deed op Woensdag-avond den 4 November 1813 tusschen 9 en 10 uren de heeren E.S. van Goltstein, C. SingendonckGa naar voetnoot1), Ph. Ram en N.W. Bud- | |
[pagina 692]
| |
dingh, door de commissarissen van politie Veil en Palaissot, verzeld van een hunner agenten, bij zich ontbieden; hetzelfde had ook den volgenden dag met W.E. de Perponcher de Sedlnitzky plaats. Ram, Buddingh en Singendonck werden naar Gorcum, vervolgens naar Breda, Antwerpen en verder naar Parijs vervoerd, waar zij tot in April 1814 in gijzeling bleven. Zie Dagverhael van het gebeurdc gedurende het gijzelaarschap van de heeren W.E. de Perponcher, Ph. Ram, C. Singendonck en N.W. Buddingh in Tijdschrift voor Gesch. Oudh. en Stat. v. Utrecht, 2e jaarg., bl. 50 volgg. |
|