deren tegen de vrijbuiters streed en de zege behaalde. Even gelukkig was hij in den aanvang van 1403 in een tweeden togt tot uitdelging van het zeekust-gespuis ondernomen. Sedert leefde hij te Hamburg als ambteloos burger, en legde zich enkel tot zijn eigen voordeel op handel en scheepvaart toe. In 1423 werd hij tot lid van den raad verkozen, en sedert in de stads-kamerrekeningen bij zijn naam ook steeds het woord Dominus geplaatst. Tusschen 1427 en 1432 werd hij burgemeester van Hamburg. In het laatstgemelde jaar lid der beide gezantschappen naar Emden. Hij overleed den 14 October 1437. Een ingezetene van Hamburg achtte hem de hulde der verste nakomelingschap waardig.
Zie mr. J. de Wal, Simon van Utrecht, Burgemeester der stad Hamburg in Tijds. voor Geschiedk. Oudheden en Statistiek van Utrecht 2 June.