[Carolus Scribanius]
SCRIBANIUS (Carolus), in 1561 uit een adelijk geslacht te Brussel geboren, studeerde te Keulen, en werd aldaar meester in de vrije kuusten (6 Maart 1582), trad in de orde der Jesuiten, en begaf zich naar het novitiaat te Trier. De vrome Frans de Coster, toen provinciaal der Rijn-provincie, zond hem met 12 medgezellen, de 12 apostelen genoemd, naar de Nederlanden. Vele jaren bekleedde hij de waardigheid van regent in de rhetorica, een jaar die van hoogleeraar in de wijsbegeerte te Douay, en 7 jaren die van prefect der lage klassen te Antwerpen. Gedurende de volgende 28 jaren gebruikten hem zijne oversten tot de voornaamste posten der societeit. In 1598 werd hij rector van het collegie te Antwerpen, vervolgens provinciaal zijner orde en deed ten behoeve van deze twee reizen naar Rome. Hij overleed te Antwerpen den 24 Junij 1629.
Scribanius sprak de meeste Eupopesche talen, en genoot de gunst van keizer Ferdinand I, der koningen Philips II en Hendrik IV, van paus Urbanus VIII, van den aartshertog Albert, den hertog Maximiliaan van Beijeren en van andere vorsten.
Hij gaf in het licht:
Ars mentiendi Calvinistica, cum vero commentario. Emptori. Habes hic fabulas Gallicas, Batavicas, in Patres Societatis Jesu. Habes qui ea refellit: paucisque complectitur, civiles, apud Gallos, apud Belgas, sanguinis caussas, auctores, initiae, progressus. Moguntiae. 1602.
Clari Bonarscii Amphitheatrum honoris, in qua Calvinistarum in Societatem Jesu criminationes jugulatae. Palaeopoli Adriaticorum. (Antwerpen) 1605. Editio altera, quanto libro auctior. Ibid. 1604. met een vijfde boek. Ald. 1606. 4o.
Dominici Baudii Gnomae, Commentario illustratae. L.B. (Antw.) 1607. 12o.
Justi Lipsii Defensio posthuma Carolus Scribanius Soc. Jesu Theologus amico bene merenti posuit. Antv. 1608. 12o.
Orthodoxae fidei controversa. Liber I. de scriptura, tradionibus, judice. Liber II de Apostolica fidei, germanis de nuntiationbus. Antv. 1609. 8o. Lib. III. de reliquis Sanctorum. Lib. IV de miraculis. Ibid. 1609. 8o. Antverpiae. Antv. 1610. 4o.
Origines Antverpiensium. Antv. 1610. 4o.
Heylighe Overdenckingen. Antv. 1613. 2 D. 12o., vert. in 't lat. door P. Brisselius, in 't fr. door Jean Brisset. Paris 1619. 16o.
Philosophus Christianus. Antv. 1614. Lugd. 1617. 8o.
Amor divinus. Antv. 1615. 8o. Mogunt. 1616. 12o. Colon. 1618. 12o.
Geestelycke Wijngaert. Antw. 1616. 1622. 12o.