[Johannes Andreas Schmitz]
SCHMITZ (Johannes Andreas), zoon van Johann Schmitz en Susanna Nies, te Soest, eene aanzienlijke stad in het graafschap Mark, waar zijn vader grootregter was, geboren, ontving waarschijnlijk zijne vroegere opleiding aan de aldaar gevestigde Illustre school, en werd later lijfarts van Frederik Wilhelm, keurvorst van Brandenburg. Op den landdag in 1648 te Nijmegen gehouden, werd hij tot gewoon hoogleeraar in de geneeskunde en archiater te Harderwijk aangesteld.
Hij werd ten jare 1650 tot derden rector der academie benoemd, en overleed 2 Oct. 1652. Hij was gehuwd met Geertruid van Kumpsthoffs.
Hij schreef:
Medicinae practicae compendium. Hard. 1653, Leipzig 1688, vermeerderd door Christ. Rumpf.
Zie Bouman, Gesch. d. Geld. Hoogeschool, D. I. bl. 184, 316, 319, 327, 433, D. II. bl. 607, 651; Jöcher; Kobus en de Rivecourt; à Roy, Cat. D. II. bl. 910, D. V. bl. 2070.