[Aalbert van Schagen]
SCHAGEN (Aalbert van), zoon van den vorigen, werd door Karel van Bourgondie, in den Luikschen oorlog, in 1467, ridder geslagen. Hij werd, ten gevolge van zijn laakbaar gedrag omtrent zijn halve broeders Jan en Willem van Schagen, wien hij het hunne onthield en jegens wie hij geweld pleegde, geregtelijk gedagvaard en gevonnisd. Hij lachtte met dit vonnis en bleef in zijn slot, in 1440 (volgens anderen in 1394) door zijn vader gebouwd. Zulks had ten gevolge dat Wolferd heer van Ter Veere enz. stadhouder van Holland, Philip van Wassenaar, heer van Voorburg, Jan van Kreuningen, heer van Pamelen en andere edelen, vergezeld van vele gewapende burgers uit Haarlem, Delft, Leiden, Amsterdam, Alkmaar, Hoorn en Medemblik, en eenige krijgsbenden te Egmond en Schoorel in Kennemerland bijeenkwamen, tegen den winter van 1477 naar Schagen trokken, het slot belegerden, dat zich aan den stadhouder overgaf. Deze liet Aalbert naar 's Hage voeren en in gijzeling zetten tot dat hij zijne schuldeischers voldaan zou hebben. In 't volgend jaar werd hij naar het kasteel van Medemblik vervoerd,