[Schaef]
SCHAEF ( ) kapitein in het Staatsche leger onder Maurits, onderscheidde zich door zijne dapperheid bij het beleg van Koevorden (1592) en Rijnbeek (1597) betoond, zoo dat prins Maurits hem tot bevelhebber der laatstgenoemde vesting benoemde.
Zie Bor; Meteren; Reydt; Bosscha, Neêrl. heldend. te land, D. I. bl. 110, 335.