Biographisch woordenboek der Nederlanden. Deel 17. Eerste stuk
(1874)–A.J. van der Aa– Auteursrechtvrij
[pagina 197]
| |
het laatst der 17e eeuw, te Rotterdam. Kramm vermeldt van hem: Een Binnenhuis, waarin een zittend vrouwtje, met een deken op haar schoot en verder bijwerk, in den geest van Brekelenkamp. Een Boerengezelschap, op Cat. Hoek f 12.50. Een Boerenhuisje, waarin ze met de kaart spelen, als boven f 40.50. Een oud man, zittende met een kan en een pijp in de hand.
Zie Kramm. |
|