ken, gevoerd door Jan Satink en Anthony Johan van Vosbergen, die met het schip der Oostindische Compagnie, de vrouw Catharina Wilhelmina, ongelukkig eenige uren vóór de aankomst van den staatsbode te Hellevoetsluis, de Maas uitgezeild waren, zonder bekend te zijn met de vredebreuk. Gelijk te vreezen was, werden deze drie schepen werkelijk een prooi der Britten.
Zie Art. Vosbergen; Nederl. jaarb. 1781, bl. 237; Stuart, Vad. Hist. D. III. bl. 22; Ned. Held. ter zee, Engelbert Gerrits, Gedenkst. v. Neerl. Heldend. ter zee, D. II. bl. 360; J.C. de Jonge, Neerl. zeew. D. V. bl. 503, 504.