door Thomas Herbaïus begonnen aanteekeningen tot verklaring der Statuten van Friesland. Huber maakte veelvuldig gebruik van zijne aanteekeningen over het hedendaagsch regt. Hij trok uit de archiven van Gelderland en Buren, al wat tot de geschiedenis van Friesland betrekking had.
Hij was gehuwd met Hylck, dochter van Johannes Boner, die hem verscheidene kinderen schonk. Zijne zonen stierven zonder kinderen, waardoor zijn naam overging in het geslacht van van Wyckel. Een zijner dochters was gehuwd met Hans van Wyckel.
Zie Winsemius, Orat. fun.; Huber, Auspicia domestica, T. I. p. 50, 136; Vriemoet, Alhen. Fris., p. xlvii; Scheltema, Staatk. Nederl., D. II. bl. 237, 617; van Hasselt, Geld. Oudh., D. I. bl. 53; Aitsema, Saken van Staat en Oorl., D. I. bl. 776, D. II. bl. 182; Ferwerda, Wapenboek (Wyckel); Casauboni Epp. 75, 868 et App. Epist. 13; Cunaei Epp. c. 41; Gabbema, Epp. p. 399, 402; Fop. ab Aitzema, Poëm. Iuv. in fine; G. de Wal, de clar. Frisiae Jur., p. 37, 122; Kobus en de Rivecourt; Klivos Kraan, D. II. bl. 105; Aitsema, droeg hem zijn Lat. overzetting van Psal. III op.; H. Neuhusii Poëm. Juvenilia, p. 5, Dez. Poëm. Extemp., p. 131.