Biographisch woordenboek der Nederlanden. Deel 16

[Pieter Cornelisz. van Ryck]

RYCK (Pieter Cornelisz. van), in 1568 te Delft geboren, leerde de teekenkunst bij Jacob Willemsz, doorgaans Jacob Willemszen Delft genaamd. Na zich slechts een paar maanden geoefend te hebben, moest hij een andere roeping volgen. Drie jaren later ontwaakte zijn vroegere kunstdrift, en ontving hij onderwijs van Hubrecht Jacobsz, een goed schilder in portretten te Delft, dien hij naar Italië volgde, waar hij 15 jaren bleef, met vele meesters voor prinsen, edelen, prelaten, monniken, nonnen enz. in

meest alle Italiaansche plaatsen, zoo in fresco als olieverw arbeidende. In zijn vaderland weêrgekeerd, hield hij zich eerst te Haarlem op, vervolgens te Delft, waar hij in 1628 overleed. Hij schilderde keukens, binnenhuizen en landschappen met dieren en andere stoffaadje, in den trant van Bassan.

Zie Houbraken; Immerzeel, van Eynden en van der Willigen.