Biographisch woordenboek der Nederlanden. Deel 16

[Christiaan Frederik ruppe]

RUPPE (Christiaan Frederik.) zoon van een orgelmaker, werd in 1753 te Salningen in Saksen geboren, en studeerde te Leiden onder Valckenaer, Ruhnkenius enz. Reeds toen was hij bekend door zijn uitgebreide musiekale kennis, wendde

men pogingen aan om hem te Leiden te houden. Zulks gelukte en hij gaf les op de piano, zijn meest geliefdkoosd instrument. Den 18 October 1709 werd hij, op eene jaarwedde van f 400, kapelmeester der Universiteit, ook was hij tot zijn dood organist der Luthersche kerk.

Men heeft van hem 36 werken voor de piano, twee groote oratorio's met orkest (De geboorte, en opstanding van den Zaligmaker; 15 cantaten, 3 psalmen op stemmen, gewijde liederen met orgel en piano, hymnen, La Chasse voor piano; 3 trioos voor de piano, violon en bas, sonaten voor piano en violon; Lijkfeest voor het orgel, op den dood van Borger; Iö vivat, met variaties voor het orkest; La grande bataille de Waterloo, toegewijd aan den Prins van Oranje; Ouverture du Tartare, voor piano; 22 sonaten voor de piano, enz. Ook schreef hij: Theorie der Hedendaagsche muzyk, Amsterdam 1809 2den, Hij stichtte in 1800 te Leiden een zangvereeniging, en was lid van het kon. Ned. instituut. Hij overleed den 25 Mei 1826 in den ouderdom van 73 jaren. Hij huwde mejufvrouw Christina Challon, die zich als schilderes bekend maakte, zijne kinderen stierven in jeugdige leeftijd.

Zie Gregoir, Art. music. Neerl., p. 154; Verwoert; Kobus en de Rivecourt; Kramm.