bestelling van Joh. Kappeyne van de Cappello op Eikenduinen.
's Gravenhage, op den 2 Mei 1833. 's Gravenhage, 8o., andere Latijnsche gedichten, zijn door van Santen in zijn Deliciae poëticae opgenomen, Hij arbeidde ook aan eene nieuwe uitgaaf van Sulpicius Severus, die echter niet verschenen is.
Van Royen was commandeur en ridder van den Ned. Leeuw, lid van het Prov. Utrechtsch, Zeeuwsch en Leidsch genootschap, curator der lat. school te 's Hage, lid van de Plaateelijke schoolkommissie enz. Zijn portret vindt men vóór Ned. Jaarb. voor Fosterijen voor 1850. Van Royen bekleedde weleer de post van administrateur der posterijen.
Zie G. Bax, Prolusio Scholastica, habita die 18 Septembris 1844; Siegenbeek, Lev. v.v. Royen in Handel. der Maats. van Ned' Letterk. 1845; Cat. der Maats. van Ned. Letterk., D. I, bl. 299' D. III, bl. 99, 122, 482; Verwoert; Kobus en de Rivecourt, Muller, Cat. van Portr.