[Arnold Rotterdam]
ROTTERDAM (Arnold), proponent geworden in 1741, pedikant te Zuilen 1748, te Steenwijk 1755, gestorven 1781.
Voortreffelijheid en gelukzaligheid van des Heeren volk voorgestelt in eenige leerredenen over verscheidene plaatsen des Oude en Nieuwe Test., in 4o., Amst. 1751.
Lykreden over de doodt van wijle Zijn Doorl. Hoogh. den Heer W.C.H. Friso enz.. uitgesprooken over Joh. XXXVI vs. 30 te Zuylen den 24 Oct. 1751, in 4o., Amst. 1752.
Zuylens Dank-altaar opgeregt ter gedagtenisse van den eersten honderljaarigen kerkdienst dezer Gemeente in een Kerkelijke redevoering over Kon. VIII vs. 57, 58, uytgesprooken den 14 Mey 1752, Amst. 1752, 4o.
Gods weg met Nederlandt of vervolg op J. Bloemharts Geschiedenissen van het vereenigde Nederlandt, zeedert het sluiten van de vreede te Utrecht tot op de doodt van Willem de IVde Prince van Oranje en Nassau. Utrecht, 1753.
Praktyk des Biddags, ofte wegwyzer voor eenvoudige Christenen om regt biddag te houden in vragen en antwoorden. Amst. 1753, 8o.
Praktyk des Avondmaals. Amst. 8o.
Verzameling van Predikatiën. Amst. 1751, 4o.
Verklaring over de XXXVII Artikelen der Nederlandsche Geloofsbelijdenis. Amst. 1757, 2 dn, 8o.
Lijkrede ter onsterfelijke gedagtenis van hare Koningl. Hoogheit Anna uit Prediker III:14. Amst. 1759, 4o.
Leerrede op het aanstellen van Prins Willem den V. Amst. 1766.
Kort begryp, Amsterdam, 1768, 8o., 2e dr.
Leerrede over Jesaia XXIV:14-16 bz gelegenheit der invoering van een verbeterd Psalmgezang, Amst., 4o.
Zie van Keppel, Alphab. Naaml., bl. 433; Abcoude; Arrenberg, bl. 444. Mooren, Naamk., bl. 82; Boekz. 1752a bl. 577, 1755b bl. 184, 764.