Biographisch woordenboek der Nederlanden. Deel 16

[Lucas Rotgans]

ROTGANS (Lucas), zoon van Jacob Rotgans, commissaris der monstering van Holland en Maria Magdalena Timmerman, werd in October 1645 te Amsterdam geboren. Zijne ouders vroeg verloren hebbende, werd hij door zijn grootmoeder opgevoed, en leide zich toe op de beoefening der fraaije letteren en de kennis der Latijnsche dichters. Bij het uitbarsten van den oorlog in 1672 trad hij in den krijgsdtenst, doch geene bevordering voorziende, verliet hij dien weder in 1674 en verkoos de hofstede zijner grootmoeder aan de Vecht, tusschen Breukelen en Maarssen, Kromwijk genaamd, die door de Franschen verwoest, doch veel fraaijer weder opgebouwd was, tot zijn verblijf. Na het sluiten van den Nijmeegschen vrede deed hij eene reis naar Parijs, en begaf zich van daar op Kromwijk teruggekeerd in den echt met Anna Adriana de Salengre, die hem in 1689 door den dood ontviel, hem nalatende twee dochters. Hij zocht zijn vertroosting in de beoefening der dichtkunst en sloeg de hand aan zijn heldendicht Willem de Derde dat hij in acht boeken voltooide. Ook ver vaardigde hij twee voortreffelijke treurspelen, Eneas en Turnus en Scilla, de geestige Boerenkermis en andere dichtstukken, die, bij elkander verzameld, onder den titel van Poëzy van

verscheidene Mengelstoffen in 1721 te Leeuwarden in 4^o. zijn gedrukt. Hij overleed den 3 November 1710 aan de kinderziekte.

Afzonderlijk verschenen:

Gedichten (op 4 verschillende onderw. Utr. 1691, 4^o,

Koning Willem de derde in Heldendicht, m. pl. van R. de Hooghe, Utr., 1698, 2 dln.. 4^o.

Boerekermis, Amst. 1608, m. pl. 1734, 8^o.

Scilla, treurspel, Amst., 1711, kl, 8^o. Ald. 1751, gr. 8^o.

Eneas en Turnus, treurspel, Amst. 1736, kl. 8^o.

Gedicht op Goudestein aan Johan Huydekoper, Utr. 1690.

Zie de Vries, Gesch. der Ned. Dichtk.; Siegenbeek, Beknopte Gesch. der N.L.; J. Wagenaar, Amst., fol. III, st. bl, 252; Witsen Geysbeek, B.A.C. Woordenboek, D. V, bl. 182; van Kampen. Bekn. Gesch. der Letter. en Wetens., D. I, bl. 371; Collot d'Escury, Holl. roem, (Reg.); Bowring, Iets over de Holl. taal en letterk., bl. 55; Jonckbloet, Gesch. der Ned. Letterk., D. II, bl. 506; van Doorninck, Anon. en Psend.,; Cat. der M. van N. Letterk., D. I; Halma, Hoogstraten, Kok, Nieuwenhuis, Verwoert, Kobus en de Rivecourt, Muller, Cat. van Portr.; S. Stijl, Leven van J. Punt, bl. 67.