Biographisch woordenboek der Nederlanden. Deel 16
(1874)–A.J. van der Aa– Auteursrechtvrij
[pagina 463]
| |
Amsterdam in de schilderkunst, onder de leiding van Barent Graat en volgens Weijerman, ook van Julian du Jardin en Adriaan de Bie. In 1671 vestigde hij zich te Frankfort en maakte hij zich verdienstelijk in portretten en historiën, vooral echter in landschappen met koeijen, schapen, geiten en bokken, die hij naauwkeurig en smaakvol teekende, kunstig en eigenaardig schilderde. Op de verkooping van de Vos gold een ongekleurde teekening van hem, voorstellende een Landschap met rustende herders bij hun vee f 32.00. Ook onderscheidde zich deze meerder in het graveren. Barlitsch beschrijft van hem zijn Peintre graveur 59 stuks prenten vau hem, bestaande in koeijen, schapen, en ander veldgedierte, met bijwerk van boomstammen, hutten, ruinen, planten, vast van teekening en geestig en los geetst. Weigel voegde er in zijn Supplement op Bartsch nog 5 bij, en beschrijft de verschillende veranderingen, die bij deze drukken werden gevonden. Hij kwam in 1685 te Frankfort om bij een brand, die zijne woning in den asch legde. Zijn portret komt bij Houbraken en Descamps voor, naar dat door hem zelven geschilderd in 1684, toen hij 52 jaren oud was. Ook zijn broeder Theodorus en zijn zoon Philip waren uitstekende kunstschilders.
Zie Houbraken; J.C. Weyorman; Immerzeel; Kramm; Bartsch; Fiorillo. |
|