Hier werd hij van het houden van lijkredenen, die daar toen veel in zwang waren, verschoond, nemende Sixtus Abbes van Leeuwarden die taak op zich. Hij overleed den 18 Mei in hoogen ouderdom, en werd in 't koor der Groote kerk begraven, waar men zijn grafschrift op een koperen plaat las. Hij huwde Druselle van Susinga, uit een rijk Groningsch geslacht gesproten, aan welke à Lasco verscheidene brieven schreef om haar te bewegen ganschelijk het pausdom te verlaten, die nog op de bibliotheek te Emden bewaar dworden. Bij deze vrouw had hij geen kinderen. Hij vereerde bij testament zijne nagelatene boeken aan de bibliotheek. In de genoemde bibliotheek is nog een uitlegging der Openbaring van Johannes van zijne hand aanwezig. Van Hardenberg is afkomstig een Vita Wesseli Groningani, met wien hij, gelijk ook met Regnerus, Praedinus en Melanchton bevriend was. Zijn beeldtenis vindt men o.a. in de Consistorie kamer te Emden.
In de Bibl. Brem. cl. VI p. 86 seqq. vindt men: Joh. a Lasco ad. Alb. Hardemberg, Epistolac.
(Gerdes, Scrin. Antiq. T. V, p. 1-90.)
Zie Bibl. Brem. bl VII p 114, 499 285 seqq Meiners, Kerk. Gesch. van O. Friesl. D. I bl. 452 volgg. H.H. Brucherus, Gesch. d. Kerkherv. in Groningen, bl. 12 enz. diens Gedenkb. van Stad en Lande; C. Ullmann, Joh Wessel, een voorg. van Luther, vertaald door Ds. W.N. Meesters, Kist en Royaards, Kerk. Archief, (2e serie) D. VIII bl. 183. Nav. D. II, bl 347. D. III, bl. 359. D. VI bl. 311.