Biographisch woordenboek der Nederlanden. Deel 16
(1874)–A.J. van der Aa– Auteursrechtvrij[Jelis of Gillis van Riemsdijk]RIEMSDIJK (Jelis of Gillis van), zoon van Hendrik van Riemsdijk heer van de Hofstad te Maasbommel, en Margriet van Brempt, was een vermaard krijgsman en tijdgenoot van Maarten van Rossem. Hij was gesproten uit een oud adelijk Geldersch geslacht dat onderscheidene verdienstelijke mannen heeft opgeleverd en thans nog in bloei is. Het verscheen tot op het einde der zestiende eeuw in de ridderschap van het kwartier van Nijmegen en bezat de heerlijkheden Yzendoorn en van de hofstad te Maasbommel, benevens erfelijk de pandschap van het ambtmanschap van Maas-en-Waal. In 1518 voerde Jelis van Riemsdijk, namens Hertog Karel van Gelre, het opperbevel te Sloten, zeer tegen den wil der Frlesen, die te vergeefs bij den Hertog op zijn ontslag aandrongen.Ga naar voetnoot1) Als ambtman van Maas-en-Waal, welke waardigheid hij sedert 1521 vervulde, bewees hij zijn vorst menigen gewigtigen dienst, vooral in den krijg dien deze onafgebroken met het oostenrijksche huis voerde. Den meesten roem verwierf hij als opperbevelhebber te Tiel in 1528, toen deze stad door de troepen van keizer Karel V, onder Floris van Egmond, Graaf van Buren, met een groote overmagt werd belegerd. Bijna twee maanden duurde het beleg, vier malen werd er storm geloopen, doch zóó krachtig was de tegenweer dat de vijand zich genoodzaakt zag met een verlies van 1500 dooden het beleg op te breken.Ga naar voetnoot2) Toen Zutphen in 1537 zich wederspannig tegen den Hertog had betoond, werd Jelis met den maarschalk Maarten van Rossem naar die stad gezonden om haar tot rede te brengen, hetgeen hun door onderhandelingen gelukte.Ga naar voetnoot3). Over het algeneen genomen, moet Jelis van Riemsdijk van een onrustigen aard zijn geweest en zelf met zijn landscheer ongenoegen hebben gehad. Immers wij vinden hem in 1536 in de betrekking van ambtman van Maas-en-Waal hersteld, waaruit hij ten vorigen jare door den Her- | |
[pagina 325]
| |
tog was ontzet.Ga naar voetnoot3), Na den dood echter van Karel van Gelre schijnt hij Willem van Kleef afkeerig te zijn geweest, die tegen den wil van velen en met blijkbaren tegenzin van zijn voorganger zelven, met de hertogelijke waardigheid was bekleed. Hij deed den eed van getrouwheid aan Karel V en knoopte in het geheim onderhandelingen aan met den Graaf van Buren om hem Wageningen en andere plaatsen door overrompeling in handen te leveren. Zijne plannen kwamen echter den Hertog ter ooren, die hem deed opligten en den 4 September 1539 door de pijnbank tot bekentenis dwongGa naar voetnoot4), waarop hij te Nijmegen werd onthoofd. Zijne weduwe Henrica van Aller tot Watergoor werd door Karel V in 1545 weder in het bezit van het ambtmanschap van Maas-en-Waal gesteld, nadat daaromtrent het advies van het Hof ven Gelderland was ingewonnen.Ga naar voetnoot5). Zijn eenige zoon Hendrik van Riemsdijk sneuvelde in datzelfde jaar voor Duren.Ga naar voetnoot6)
Part. berigt. |
|