[Jonkh. Lammert Schotta Rengers]
RENGERS (Jonkh. Lammert Schotta) tot Tuingsborg, ten Post, Heer van Farmsum, Siddeburen en onderhoorige dorpen, was afgevaardigde ter Staten-Generaal der Vereenigde Nederlanden, bewindhebber der W.I. compagnie, Kamere Stad en Lande, Curator der Hoogeschool te Groningen, Meesterknaap van het Jagtgerecht en overleed te Groningen den 18 Maart 1779 in het 53ste jaar van zijn leven. Everhardus du Celliéé, predikant te Farmsum, sprak den 4 April 1779 een lijkrede op hem uit, die hij uitgaf met den titel:
De Godsraad gediend hebbende en ontslapene David voorgedragen in een lijkrede over Hand. XIII:36; toegepast op het overlijden van enz. met een gedicht door wijlen Mevr. Rengers, geboren te Bestick, over wien de lijkrede ook is uitgegeven. Gron. 1780.
Zie Nieuwe Nederl. Jaarb. 1779 I. bl. 488; Boekz. d. Gel. wereld 1780 a bl. 45.