gens de Algemeene Staten naar het leger voor Grave gezonden. Hij was Curator der Groninger Hoogeschool en Raad van State.
Hij was een geleerd man, en hield met Emmius, bij wien hij in hooge achting stond, Latijnsche briefwisseling.
Bor gebruikte zijn Extract uit verscheydene Historiën, Cronycken enz., (zie den titel bij Scheltema Staatk. Nederl. Voorr. bl. XXIII, XXIV); dit werk en andere van zijn hand zijn door Mr. H.O. Feith, onder den titel van Werken van den Ommel. edelman Joh. Rengers van ten Post, Gron. 1852, 1853, 3 dn. 8o. uitgegeven.
Hij huwde Baukje Jensuma, die hem kinderen schonk. Hij overleed. in 1626. Op het huis te Färnzum worden de oorspronkelijke afbeeldingen van hem en zijne vrouw bewaard.
Zie Scheltema, Staatk.; Nederl. Brucherus, Gesch. van de Kerkherv. der Prov. Gron. bl. 269, 308, 337; Jonckbloet, Gedenkb. der Hooges. te Gron.; Kobus en de Rivecourt.