[Jacob Reinst]
REINST (Jacob) diende het vaderland van 1708 tot 1713 als kommandeur ter zee. In dat jaar werd hij in den rang van buitengewoon kapitein voor het kollegie ter admiraliteit te Amsterdam gesteld. In 1724 klom hij tot den rang van kapitein, en in de groote aanstelling van vlag-officieren van 1744 tot schout-bij-nacht, in 1748 tot vice-admiraal en in 1750 tot luitenant-admiraal in de plaats van Joan Taelman, voor hetzelfde collegie. Wij ontmoeten hem bij de krijgsverrigtingen tusschen den Utrechtschen en Akenschen vrede (1713-1748) en hij behoorde in 1729 tot het eskader van den vice-admiraal van Aerssen heer van Sommelsdijck. In dat jaar werd hij met Cornelis Schrijver en Willem 't Hooft naar den Dey van Algiers gezonden om eenige geschillen bij te leggen tot voorkoming van een lastigen en kostbaren oorlog. Hij huwde met eene Jonkvrouwe Backer, die hem kinderen schonk, o.a. eene dochter, met den graaf van Styrum gehuwd. Hij overleed den 4 Aug. 1756 te Haarlem, in den ouderdom van ruim 70 jaren. Van hem bezit de Heer Bodel Neyenhuis in zijne verzameling eene teekening, in folio formaat.
Zie Nederl. Jaarboeken D. IV, bl. 328 D. X bl. 852; J.C. de Jonge, Gesch. v.h. Nederl. Zeew. D. V bl. 62, 64, 106, 112, 161; en Kok, Muller, Cat. v. portr.