[Maximiliaan Vylain, baron de Rassenghien]
RASSENGHIEN (Maximiliaan Vylain, baron de). Hij stamde af van de burggraven van Gend en droeg eigentlijk den naam van Maximilian de Gand, dict Villain of Vilain. Hij was een der rijkste en aanzienlijkste edelen van Vlaanderen, zoon van Adrien de Gand, diet Vilain, heer van Rassenghien, van St. Jan Steen, en admiraal van Vlaanderen, en van Margaretha van Stavelen, vrouw van Isenghien, Glayon, Chaumont, enz. Maximiliaan erfde de meeste bezittingen van zijne moeder. Hij werd door den Spaanschen koning eerst tot baron van Rassenghien, daarna tot graaf van Isenghien verheven. Reeds vroeg geraakte hij in aanzien, maar werd ook reeds ras in de twisten, welke het vaderland verdeelden, gewikkeld.
In 1567 tot stadhouder van Fransch-Vlaanderen aangesteld, had hij al daar veel te strijden met de voorstanders van den Hervormden godsdienst, tegen wien hij van tijd tot tijd met gelukkig gevolg het zwaard gebruikte. Bij het ontstaan der troublen, na den dood van Requesens, werd hij, daar men wist, dat hij aan den koning aangenaam was, naar Spanje gezonden, om, van wege de Algemeene Staten, verslag te doen wegens de muiterij en wegens den noodlottigen toestand des vaderlands. Teruggekeerd, bevond hij zich den meesten tijd bij Don Jan, en speelde eenigzins de rol van bemiddelaar tusschen dien vorst en de Algemeene Staten. Hierdoor was hij bij de sluiting der Brusselsche Unie niet tegenwoordig, en hij schijnt de onderteekening zoo lang mogelijk te hebben ontweken, om zich voor geen partij te moeten verklaren. Doch op den 16 Januarij 1577, zijnde twee dagen voor zijne onderteekening, werd hij des nachts met den abt van Nienhoven gevangen genomen door sommige burgers van Brussel, waarschijnlijk uithoofde van zijn dubbelzinnig gedrag en van zijne Spaanschgezindheid. Deze onvoorziene omstandigheid noopte hem eindelijk tot het verbond toe te treden, en hij onderteekende het op den 18 van Louwmaand, waarvan het gevolg was dat hij eerlang weêr ontslagen werd. Het was niet uit