[Franciscus Raphelengius]
RAPHELENGIUS (Franciscus) (Raulinghien), werd den 27 Februarij 1539 te Lanoy in Fransch-Vlaanderen geboren. Hij legde de eerste grondslagen zijner letterkundige kennis te Gend en Neurenberg, waarheen hij, om handelszaken, gezonden was, leerde te Parijs de Grieksche en Latijnsche talen en onderwees die in zijn jeugd in Engeland, aan de hoogeschool te Cambridge. In 1565 huwde hij te Antwerpen Margaretha, dochter van Christophel Plantijn. Dit huwelijk gaf aanleiding, dat hij in 1586 naar Leyden vertrok, om de drukkerij van zijn schoonvader te dier plaatse te besturen. Hier werd zijne waarde als geleerde, vooral in de Oostersche talen, erkend, en hij in 1586 tot buitengewoon en in 1587 tot gewoon hoogleeraar in het Hebreeusch en tevens tot academiedrukker aangesteld. Omstreeks 11 jaar mogt zich de hoogeschool in het licht zijner geleerdheid verblijden, en hij de genegenheid en achting der beroemdste mannen, onder welke Daniel Heinsius, Janus Dousa, Vulcanius, Heurnius, Lipsius, Scaliger, Joh. Drusius, Fr. Junius, Fr. Gomarus, Cornelius Kilianus genieten. Hij overleed den 20 Julij 1597. Zijne afbeelding vindt men in de Alma Acad. Leid. bij Meursius, Foppens, Boissart, en zijn geschilderd portret is op de akademische bibliotheek. Hij arbeidde met Benedictus Arias Montanus, Guido Fabricius en Andreas Masius aan de Biblia Regia of Polyglotta, op bevel van Philippus II, door zijn schoonvader in 1571 gedrukt, en gaf in de Apparatus
Biblicau.
Grammatica Hebraea ex optimis quibusque Grammaticis Collecta. Thesauri Linquae Hebr. Sancti Pagnini Epitomo, ook Antv. 1572, 8o.
Variae Lectiones et Emendationes in Chald. paraphrasin.
Dictionarium Chaldaicum Lexicon Arabicum, Lugd. Bat. 1599, 8o. Cum observationibus T. Erpenii, Ibid, 1613, 4o.
Cl. Galenus de clysteribus, et colica Interp Fr. Raph. L.B. 1591, 8o.
In handss. liet hij na:
Lexicon Persicum vocabulorum, quae in Pentateucho.
Observationes Linguae Hebraeae, Tabulae in Grammaticum Arabicam, etc.
Brieven van en aan hem worden in de Sylloge van Burman gevonden, T. I. p. 71, 209, 324, en bij J. Lipsaue, Opera Omnia, T. II. p. 47, 1066.