[Adolf Henrik van Raasfeldt]
RAASFELDT (Adolf Henrik van), eenige zoon van Johannes van Raasfeldt en van Agnes van Munster, trad in jeugdigen leeftijd in den krijgsdienst, werd later in de ridderschap van Overijssel beschreven en in 1660 tot Drost van Trente aangesteld. Sedert was hij een der voornaamste regenten van Overijssel en het hoofd van dat gedeelte der staatsvergadering, dat de verheffing van den prins van Oranje tegenhield. Toen, door de pogingen van Rutger van Haersolte, ten behoeve van deze, nieuwe onlusten in Overijssel waren ontstaan, beschreef van Raasfeldt de vergadering te Kampen, en van Haersolte eene te Zwolle. Het kwam nu op nieuw tot openlijke scheuring. doch de aanhang van van Raasfeldt, gesteund door de toenmalige regenten van Holland, was de sterkste. De laatsten zonder van Beuningen en Paats, om, zoo mogelijk, een vergelijk te treffen. Zulks gelukte echter niet vóór 1671, toen van Raasfeldt en zijne vrienden eenigzins de overhand behielden.
Na de omkeering der zaken in 1674, behield hij, hoezeer hij ook geijverd had tegen de verheffing van Willem, tot zijn dood in 1682. Volgens Sijlvius had hij een groot deel aan de vervoering der kinderen van den graaf van Benthem. Hij huwde Amelia Isabella, gravin van Flodorp en liet maar eene dochter na, die door haar huwelijk met Jacob, graaf van Wassenaar, zijne heerlijkheden in dit huis overbragt,
Zie Aitsema, Saken van Staat en Oorlog. D. VI. bl. 462, 634, 660, 661; Sylvius, Verv. op Aitsema. D. I. bl. 22. Summia verhaal vun 't gepass. te Overijssel 1668; Wagenaar, Vad. Hist. D. XIII. bl. 344 volg; Scheltema, Staatk. Ned.; Kobus en de Rivecourt.