Biographisch woordenboek der Nederlanden. Deel 15

[Pieter Quast]

QUAST (Pieter), zou (volgens Nagler en Bryan) in 1620 te 's Hage geboren zijn. Zijne schilderijen zijn zeldzaam.

Kramm vermeldt er een, namelijk eene vrouw, geknield bij een Crucifix, waarvoor eene versierde brandende kaars staat. Hij ziet er Maria Stuart in met Chateler, haar secretaris, in een bideel, een fraai geschilderd stuk, naar Rembrandt's school zwevende. Meer bekend is zijn etskunst, die P. Nolpe, S. Saverij, H. Hondius, Ch. Schmidt, Prenner en anderen hebben gecopiëerd.

Kramm vermeldt:

12 bladen, de Modens, in den smaak van Callot, in 4^o.

26 dito, met den titel, 't Is al verwaert gaeren, in 4^o.

12 dito, capricen en groteske figuren, in 4^o.

6 dito, Vijf sinnen te koop. 4^o.

De vier jaargetijden. 4^o.

Een chirurgijn, die den voet van een boer opereert; 4 drinkers in een herberg, waarvan één slaapt, in 4^o; zes boeren, die zich vermaken, in 4^o; de Herder, 2 bladen, 4^o; een boeren-familie van vier personen; de vader met het kind op den schoot; een Turksch officier, enz.

Zie Immerzeel; Kramm; Nav. D. XX, bl. 511.