[Hillebrand Gerritsz Quast]
QUAST (Hillebrand Gerritsz.) van Enkhuizen, verscheen in 1618 als Vice-admiraal met een vloot van 25 schepen voor Algiers om het roofnest ontzag in te boezemen en vele Nederlanders uit de slavernij te verlossen. Op zijn terugtogt raakte hij slaags met eenige Turksche roovers, van welke hij een schip veroverde en nog meer christen slaven bevrijdde, waaronder ook Spanjaarden, Portugezen, Franschen en Engelschen. Ook streed hij moedig onder Piet Hein, tegen de Duinkerkers, ten jare 1629. Terwijl deze de vijandelijke vloot opzocht, ontving Quast het bevel in zee met 12 schepen de haven van Duinkerken te bezetten en het uitloopen van 's vijands schepen te verhinderen. Toen Piet Hein sneuvelde, viel aan Quast de eer ten deel om den admiraal te vervangen en den oorlog tegen de Duinkerkers voort te zetten, totdat over den post van luitenant-admiraal zou beschikt zijn. In 1631 rustten de Staten eene vloot uit van 35 oorlogschepen en 10 jagten, en werd andermaal aan Quast de taak opgedragen om de Vlaamsche kust te bewaken, en op de vloot te passen, die in Spanje werd uitgerust, welke last hij met veel beleid volvoerde.
Zie Brandt, Beschr. v. Enkh.; Lev. d. doorl. Zeeh.; Van Wijn, Bijvoegs. en Nalez. op Wagenaar, D. XI, bl. 42; D. XI, bl. 83; Chr. v.h. Hist. Genoots., D. V, bl.; J.C. de Jonge, Neerl. Zeew., D. I, bl. 336, 379.