hierin behulpzaam, en er wordt zelfs vermeld, dat niemand sierlijker latijn schreef, noch betere latijnsche verzen maakte, dan hij. Een verzameling van dezen heeft hij onder den titel van Sylva Carminum Adolescentiae D. Jasonis Pratensis. Antv. 1530. 8o.
Daaruit vindt men een vers, geplaatst vóór de Chronijk van Zeeland, door Johan van Reigensbergh uitgegeven, waarin hij Zeeland en zijn ongezonde Zeeuwsche lucht, die aanstoot voor zoo vele vreemdelingen, bezingt, en dat door G. de Wind in 't Nederduitsch is overgezet.
Hij overleed den 22sten Mei 1558 te Zierikzee en werd in de hoofdkerk aldaar begraven en een gedenkschrift tot eer van zijne vele voortreffelijke begaafdheden geplaatst. Er bestaan van hem portretten.
Hij gaf in het licht:
De uteris libri duo, in quibus opulentissimam simul ac laudatissimam naturalium rerum et historiarum supellectilem invenies. Antwerp. 1524 in 4o. Amstelod. 1657 in 12o.
De parturiente et parte liber. Antv. 1527. 8o. Amstelod. 1651. 8o.
De sterelitate arcendâ et pro gignendis liberis. Antv. 1531. Amstelod. 1657. 12o.
De tuendâ sanitate libri quatuor. Antv. 1538 en 1558. 4o.
De cerebri morbis, hoc est omnibus fere curandis, liber. Basileae. 1549. 8o.
Zie W.v. Gouthoeven, Chron., bl. 221; Val. Andreas, Bibl. Belg., p. 441; J.A. Mercklini, Lindenus Renov., p. 505; Foppens, Bibl. Belg., T., I p. 551; de la Rue, Gel. Zeel., bl. 193; Hofferi, Poëm., p. 71; Haller, Bibl. Anatom., T. I; Biblioth. Chirurg, T. I; G. de Wind, Diss. de Aëre Zelandico in Verhand. v.h Zeeuwsch Genoots., D. XIII; Baldinger, Neues Magazin für Artzte, B. IV, S. 346; K. Sprengel, Th. III, S. 331; van Kampen, Gesch. d.L., D. III, bl. 55, 56; A. Roy, Bibl. med., T. V, no. 329; W.E. Ludeking, Levensb. en Lettervr. v. Nederl. Geneesk., bl. 97; Banga, Gesch. d. Geneesk., D. I, bl. 32, 52, 309; Isensee en Ali Cohen, Oude en middelgeschiedenis van de Geneesk., bl. 49; Biogr. med. i v.; Hoogstraten; Luiscius; Kok; Nieuwenhuis; Kobus en de Rivecourt; Muller, Catal. von Portretten, in voce.