Biographisch woordenboek der Nederlanden. Deel 15
(1872)–A.J. van der Aa– Auteursrechtvrij[David de Potter]POTTER (David de) Lodewijksz. Van dezen dichter bezitten wij eene vrij losse en vloeijende vertaling van de Pastor fido van GuariniGa naar voetnoot1), die zich gunstig van de overige, vertalingen die wij bezittenGa naar voetnoot2), onderscheidt. Zij voert tot titel: Den getrouwen Herder Blijeindend, Treursp., en is meermalen herdrukt, o.a. Amst. 1678, 1695 m. pl. van Goeree. In de Bibl. der Maats. v. Ned. Letterk. (D. I 6 bl. 163, 170, 171), komen nog van hem voor: Dorinda, kardersp., n.h. Hoogd. van Guarini, door D. de Potter en anderen, 's Gravenh. 1735. D(e) P(otter), Samenspraak tusschen Pasquin en Belzeboe, op het vervolg van de Nieuwe tijding uit de Elizeesche velden, onder de zin: Bok, Bok, sta vast, of gij krijgt wat tot U last, Rott. 1738, gr. 8o. Zie Witsen Geijsbeek, B.A.C. Woordenb. D. V, bl. 135; Huydecoper, Proeve van Taal- en Dichtk. (Reg.) |
|