[Olivier Porjeere]
PORJEERE (Olivier) werd in 1736 geboren. In 1760 werd hij predikant te Abcoude, vervolgens te Delfshaven (1780), Alkmaar (1780), Wijkel, Winkel en laatstelijk wederom te Alkmaar, waar hij den 18den Julij 1818, in den ouderdom van 82 jaren, overleed. Hij beoefende de Nederduitsche poezy. In 1776 behaalde hij bij het Haagsche Dicht-Genootschap de tweede zilveren medailje met zijn vers: De heilzame invloed der Dichtkunst op den Godsdienst. In 1792 wees hetzelfde Genootschap hem de gouden medailje toe voor zijn dichtstuk De Nederlaag van Sanherib, terwijl hij inmiddels bij het Leidsche Dicht-Genootschap insgelijks de gouden medailje behaald had met het dichtstuk getiteld: De voortreffelijkheid van den Christelijken Godsdienst en in 1780 bij hetzelfde Genootschap een zilveren medailje met het bezingen van Gods wijsheid in Zijne werken. In 1778 gaf hij te Amsterdam een bundeltje gedichten uit onder den titel van: Zanglievende Uitspanningen, die in 1792 gevolgd werd door Dicht-Mengelingen.
Zie Witsen Geysbeek, B.A.C. Woordenboek, D. V, bl. 125 volgg.; Proeven van Poët. Mengelstoffen. D. IV, bl. 249, Dichtst. v.h. Haagsch Tael-Genoots. en Dichtk- oefon. D, III, bl. 3. D. IV, bl. 23; Helmers, Socrates, Voorr., bl. XXI.