gehouden. Acht jaren lang leefde hij nu onberispelijk en in stille rust in zijne oude woning en bezorgde in 1727 eene nieuwe uitgaaf zijner Gedichten, 2 dl. 4o. Den 11den Mei 1732 gehuwd zijnde met Neeltje 't Hart, dochter van Jacob 't Hart, burgemeester van 's Gravezande, verkoos hij Delft op nieuw tot zijne woonplaats, en leefde daar tot dat hij op den laatsten dag van 1733 overleed, en te Delft in de Oude-kerk werd begraven. Na zijn dood verschenen er verscheidene lijkdichten ter zijner eere, en in 1735 verscheen bij R. Bastet een vervolg zijner Gedichten met het Leven des Dichters, in 4o., in 1780 te Amsterdam oen sierlijke druk van al zijne Gedichten, 3 dl., 8o., in 1823 gaf Mr. Daniel Hooft een Bloemlezing der Gedichten van dezen bevalligen zanger, Amst., 2 dl. 8o. Alle schrijvers over onze Vaderlandsche Letterkunde hebben Poot als dichter geprezen. Zijne afbeelding bestaat met een gedicht van Mr. Johan de Witt, Secretaris van Amsterdam.
Zie Leven van Poot vóór het vervolg in 4o, en achter de 8e uitgave; Leven van Nederl. Mannen en Vrouwen. D. II, bl. 239; G. Saxii, Onom., P. VI, p. 143; Björnstähl's Reizen, D. V, bl. 393, 396; Paquot, Mém., T. V, p. 235; B. Huidecoper, Proeve van Taal- en Dichtk., (Reg.) H.K. Poot, geschetst uit zijne Dichtwerken in Vaderl. Letteroef. voor 1820, D. II, bl. 615; Magazijn van Wetenschap, Kunst en Smaak, D. III, bl. 285; van Kampen, Geschied. der Letterk. en Wetens., D. II, p. 35; J. de Vries, Geschied. d. Dichtk. D. II, bl. 36; Witsen Geysbeek, B.A.C. Woordenb. D. V, bl. 115 volgg.; Collot d'Escury, Holl. roem, (Reg.); Siegenbeek, Geschied. d. Nederl. Letterk. bl. 237-239; Mr. D. Hooft, Voorr. voor de Bloemlezing; J. Bowring, iets over de Holl. Taal- en Letterk., bl. 56; Huberts, Chronol. Handl. tot de beoefening v.d. geschied. d. Ned. Letterk., bl. 90, 91; Kok; Nieuwenhuis; Kobus en de Rivecourt; Muller, Cat. van Portr.