ben neergelegd, uit de stad, werd achterhaald, gevankelijk teruggebragt en een geheelen nacht door de burgers bewaakt. Sedert week hij naar Brabant, waar hij gerustere dagen afwachtte. Hij overleed den 1sten Maart 1678. De voornaamste dichters hebben hem bezongen, en Brandt vervaardigde twee krachtige grafschriften op hem. Hij huwde 1) Adriana van der Aa, 2) Geertruid Niënhoven. Zijn eenige dochter Dorothea, huwde Goderd Willem van Tuyl van Serooskerke, heer van Welland.
Zie Wagenaar, Vad. Hist. D. XIV, bl. 77, 78, 115, 261; Scheltema, Staatk. Nederl.; Oudaan, Poezy. D. III, bl. 464. (Ter uitvaart van den heer en meester J.P.); Brandt, Poezy, bl. 295, 305; Sandbrink, de advocatorum juribus et doctrina, p. 87.