[Abraham Nicolaas van Pellecom]
PELLECOM (Abraham Nicolaas van), zoon van Jacobus van Pellecom, laatst predikant te Schiedam, in 1783 te Arnhem geboren, werd predikant te Kortenhoef, aan den Hitsert, te Prinsenhage en te Geertruidenberg, waar hij in 1836 zijn emeritaat verkreeg. Hij overleed den 28sten September 1849 te Boxel. Hij was een man van buitengewone geestvermogens, vlug en vernuftig en in zijn tijd een verdienstelijk schrijver. Behalve verspreide gedichten in den Muzen-Almanak en andere jaarboekjes, gaf hij nog afzonderlijk in het licht:
Het Magnetismus. Breda, 1816. 8o.
De Slag van Algiers. Breda, 1818. 8o.
De Laster. Breda, 1818. 8o.
Gedichten. Breda, 1824. 2 D. 8o.
Bij de opening der Koninkl. militaire Akademie te Breda, den 24sten Nov. 1828. Breda, 1928. 8o.
Lofzang aan den gelauwerden Poëet, verwaanden schrijver en verwonderlijken omnis homo. Tremebundus Aquatilius ventosus coelimonticala (C.P.E. van der Aa). 1837. 8o.
Volkslied in 1841. Z. drukpl. 8.
Van zijne gaven voor den kansel, gaf hij een bewijs door zijne Leerredenen, Breda, 1820. 8o.; Leerrede over Hand. XIII:6-12. De tegenstand tegen de gezuiverde Evangelieleer in deze dagen in deszelfs aard en gevolgen voorgesteld. Amst. en Breda, 1829; Gedachtenisviering eener veertigjarige Evangeliedienst. Leerrede over Lucas X, vs. 20. 's Hertogenb. 1846. 8o.
Hij was een ijverig voorstander van het protestantismus en nam deel aan den concordaatstrijd van 1840 en 1841. Waarschijnlijk is hij ook de schrijver van De Jezuiten, De troon der Nederlanden en Het Concordaat. Amst., 1841. Hij was ridder van de Nederl. Leeuw en heer van Kortenhoef. Zijn portret bestaat.
Zie Glasius, Godgel. Nederl.; Cat. d. Maats. v. Ned. Letterk. D. III, bl. 102; Muller, Cat. v. portr.; Holtrop, Bibl. med. et chir. p. 275; Brans., Kerkel. reg. bl. 48, 89.